Bachs MP gezien door de bril van Jacobs

Al maanden gonst het onder liefhebbers van Johann Sebastian Bachs Matthäus-Passion en fans van de Belgische dirigent René Jacobs van de geruchten. Wat voor uitwerking zou de op cd vastgelegde visie van Jacobs op Bachs meest meesterlijke werk hebben? In de Volkskrant van 9 oktober 2013 schrijft Biëlla Luttmer dat Jacobs ‘met zijn Matthäus-Passion op zoek gaat naar het menselijke achter Bachs noten’. Tsja, op zoek naar de mens Bach dus. Rekent u er maar op dat die speurtocht uitgebreid aan bod zal komen in de vele recensies die u in de komende tijd tegemoet kunt zien in de (vak-)bladen.

De VK-muziekjournaliste omschrijft Jacobs’ Matthäus-Passion als een statement, waarmee hij radicaal breekt met de ‘mager bezette opvattingen van de laatste jaren. Bij hem geen bleke stemmen.’ Als ik zo’n opmerking lees, maakt een licht gevoel van ergernis zich al van mij meester. Mager bezet, bleke stemmen? Ik herinner mij hoe ik in de afgelopen decennia in kerk en concertzaal en via geluidsdragers intens heb genoten van tal van historisch geïnformeerde uitvoeringen. In de krant lees ik verder dat Jacobs ook op zoek is gegaan naar Bachs bedoelingen en dat hij daarbij zelfs een stap verder is gegaan. De weerslag daarvan zou te horen zijn in het ‘Sind Blitze, sind Donner’-koor. Dat lijkt volgens de journaliste in zijn heftigheid regelrecht afkomstig te zijn uit een opera. Over dat laatste zegt de dirigent in het interview zelf: ‘[…] als ik na deze opname als commentaar zou krijgen: ‘het is een opera geworden’, dan ben ik mislukt.’

mp_jacobs_afbeelding_1

Ik ben de laatste die René Jacobs beschouwt als een mislukkeling. Sterker nog, ik had hem meer dan hoog in zijn carrière als zanger en in zijn rol als dirigent van opera’s van Mozart bewonder ik hem zeer. Ik heb aandachtig en welwillend geluisterd naar zijn op twee Harmonia Mundi-sacd’s vastgelegde kijk op Bachs Matthäus-Passion en ben tot de conclusie gekomen dat het mijn uitvoering niet is. Wat mij betreft wordt de toon direct in negatieve zin gezet in het zich ouderwets traag voortslepende openingskoor ‘Kommt, ihr Töchter, helft mir klagen’ en het vervolg doet de balans niet in positieve zin omslaan. Samengevat: Jacobs heeft met zijn zoektocht naar de mens Bach achter de Matthäus-Passion de klok slechts vijftig jaar teruggezet en zo mijn voorkeur voor de versie van John Butt en de zijnen nog eens extra bevestigd…