Henny de Lange van het dagblad Trouw begint jongstleden 1 november een paginagroot verhaal naar aanleiding van het 40-jarig bestaan van de Rotterdamse Doelen met de regels: ‘De cd’s met klassieke muziek vliegen bij Het Kruidvat de deur uit. De belangstelling voor klassieke muziek wordt niet minder, zoals vaak wordt verondersteld. Ook hebben de meeste concertzalen niet te klagen over hun bezoekersaantallen.’
Dit soort ongefundeerde stellingen én een aantal uitspraken opgetekend uit de mond van Doelen-directeur Gabriël Oostvogel doen mij in de pen klimmen voor een tegengeluid dat ik richting Trouw doe gaan. Daar wordt het geplaatst in de editie van 9 november 2006:
Preludes bijdrage in Trouw
‘De cd’s met klassieke muziek vliegen bij Het Kruidvat de deur uit. De belangstelling voor klassieke muziek wordt niet minder, zoals vaak wordt verondersteld. Ook hebben de meeste concertzalen niet te klagen over hun bezoekers-aantallen.’
Zo begint Henny de Lange een verhaal over de 40-jarige Rotterdamse Doelen (Trouw, 1 november). Gabriël Oostvogel, directeur-voorzitter van de Rotterdamse muziektempel, blikt in het artikel vooruit naar de toekomst. “Onze bezoekers-aantallen stijgen nog steeds, maar
een groot deel van ons potentiële publiek bereiken we niet”, zegt hij. Oostvogel zoekt naar mogelijkheden daar verandering in aan te brengen.
Vorig jaar bezocht ik in de week voor Pasen de Rotterdamse Doelen voor een drietal concerten gegeven door het Franse ensemble Il Seminario Musicale. Niet een van de drie avonden in de kleine zaal kwam ook maar in de buurt van het bordje ‘uitverkocht’. Het waarom dat zo was kan ik wel verklaren. Er stond lijdensmuziek geprogrammeerd van de Franse barokcomponisten Marc-Antoine Charpentier en François Couperin. Die trekken geen massa’s naar de concertzalen. Het zijn concerten waar slechts de culturele elite op af komt en met die fijnproevers moeten Oostvogel en zijn vakbroeders vooral rekening blijven houden. Deze categorie concertbezoekers behoeft geen nieuw lichtplan om lege stoelen mee te camoufleren. En laat ze alsjeblieft blijven applaudisseren na afloop van een concert. Ik vrees echter dat steeds minder ‘elitaire’ klassieke muziek in de Nederlandse concertzalen zal worden geprogrammeerd. Mijns inziens is ook de overheid hier debet aan. Zij investeert steeds minder in klassieke muziek. Die sector moet de broek, al dan niet met de hulp van sponsoren, zelf maar zien op te houden. Deze overheidsvisie draagt bij tot het wegkwijnen van wat heet ‘moeilijke’ muziek.
Gezien door mijn bril gaat het dus helemaal niet goed met de klassieke muziek, zoals Henny de Lange beweert. Klassieke cd-winkels zijn zo goed als uit het straatbeeld verdwenen. Zelfs bij het Kruidvat liggen de klassieke cd’s minder hoog opgestapeld dan voorheen.
Op dit moment loopt in Nederland de actie ‘Aangenaam Klassiek’. De eerste verkoopresultaten zijn bekend. Met stip op nummer een staat Anne Sofie von Otter met haar ‘I Let The Music Speak’, een niet klassieke maar wel door Deutsche Grammophon uitgeven cd.
Het Trouw-artikel van Henny de Lange leest u hieronder.
Bron en ©: Dagblad Trouw, 1 november 2006
De Doelen wil nieuw, jong publiek lokken. Want klassieke concerten zijn niet suf en saai.
door Henny de Lange
De cd’s met klassieke muziek vliegen bij Het Kruidvat de deur uit. De belangstelling voor klassieke muziek wordt niet minder, zoals vaak wordt verondersteld. Ook hebben de meeste concertzalen niet te klagen over hun bezoekersaantallen.
Toch is er geen reden om achterover te leunen, zegt directeur-voorzitter Gabriël Oostvogel van het Rotterdamse concert- en congresgebouw De Doelen, dat vanavond zijn 40-jarig bestaan viert met een bijzonder concert. „Onze bezoekersaantallen stijgen nog steeds, maar een groot deel van ons potentiële publiek bereiken we niet. Hoe komt dat en hoe kunnen we daar verandering in brengen?”
Het zijn vragen waarover in de hele wereld van de klassieke muziek wordt nagedacht. Oostvogel grijpt het jubileum aan om vooruit te blikken naar de toekomst van De Doelen en de mogelijkheden om nieuwe doelgroepen te lokken. Gemakkelijk is het niet, verwacht hij, om mensen die nooit een klassiek concert bezoeken over de drempel te krijgen. Die komen pas als ze het gevoel hebben dat ze erbij horen. Maar voor de meesten geldt waarschijnlijk dat ze daar niet bij wíllen horen.
Oostvogel vermoedt dat dat onder meer heeft te maken met het imago van ’suf, saai en oud’ dat bezoekers van klassieke concerten hebben bij de buitenwacht. Hij wil dat laten onderzoeken. „Als blijkt dat de negatieve beeldvorming inderdaad drempels opwerpt voor nieuw publiek, willen we daar iets aan doen.”
Oostvogel vindt het nog te prematuur om te praten over maatregelen. „Dé oplossing hebben we ook nog niet. Wel denken we bijvoorbeeld na over concerten laat op de avond, om zo mensen te lokken die niet met een overwegend ouder publiek in de zaal willen zitten. Ook kun je denken aan andere vormen om de concerten te houden, wat drempels kan wegnemen voor mensen die moeite hebben met de conventies en codes bij klassieke concerten, bijvoorbeeld wat betreft het applaudisseren.”
Maar dat mag niet ten koste gaan van het huidige publiek, benadrukt Oostvogel. Ook mag het concertgebouw geen ’kermisterrein’ worden.
Om het publiek te verjongen zullen ook speciale muzieklessen worden ontwikkeld voor de scholen.Kinderen krijgen op school nog heel weinig mee op het gebied van muziek, meent Oostvogel. De lessen worden ontwikkeld met het Rotterdams Conservatorium, de Stichting Kunstzinnige Vorming en het Rotterdams Philharmonisch Orkest, de vaste bespeler van De Doelen. Oostvogel: „Ik heb niet de illusie dat die kinderen straks allemaal naar onze concerten komen, maar muzikale vorming hoort er wel bij.
Vaak blijkt achteraf dat op school de basis is gelegd voor een latere belangstelling voor kunst en cultuur. Jonge kinderen zijn onbevangen en hebben geen vooroordelen over klassieke muziek. Daardoor staan ze open voor veel meer dingen dan volwassenen vaak veronderstellen.”
Een treffende illustratie daarvan kreeg Oostvogel onlangs te horen van zijn zus, die les geeft op een vmbo in Amsterdam, waar veel jonge asielzoekers en kinderen met een taalachterstand zitten. Op de dag dat Mozart 250 jaar geleden werd geboren, besloot ze in een opwelling daar aandacht aan te besteden. Ze nam een stapel cd’s mee naar school. In de drie klassen die ze had, had maar één leerling van Mozart gehoord.
Oostvogel: „Haar collega’s reageerden verbaasd op haar initiatief. Je doet geen dingen waarvan verondersteld wordt dat ze geen aansluiting hebben bij de belevingswereld van scholieren. Mijn zus is toch gaan vertellen over Mozart, dat hij in zijn tijd een soort popster was die heel Europa rondreisde. Vervolgens heeft ze de kinderen zijn muziek laten horen, een stukje uit Don Giovanni, wat pianosonates, maar ook strijkkwartetten, bepaald geen lichte kost. De leerlingen vonden het geweldig, ook de strijkkwartetten. De les erop vroegen ze of ze weer muziek van Mozart kon laten horen. Ik denk dat die scholieren het zo mooi vonden omdat ze puur naar de muziek hebben geluisterd, zonder vooroordelen of associaties met suf, saai of oud. Het ligt niet aan de noten.
En dat moeten wij ons aantrekken.” De ervaringen van zijn zus waren een extra stimulans om in te zetten op meer educatie, ook rond de concerten. „We merken dat er een grote behoefte is aan kennis en verdieping.
Alles wat we nu al organiseren, zit meteen vol.” Onlangs organiseerde De Doelen een dag rond de violiste Janine Jansen. Er waren twee concerten en daartussendoor werd uitleg gegeven en waren er interviews met de musici. Het programma duurde van 11 tot 18 uur en het zat helemaal vol. „Ongelooflijk dat daar zeshonderd mensen op af komen.”
Het organiseren van extra activiteiten in De Doelen wordt ook fysiek mogelijk door de renovatie die het gebouw momenteel ondergaat. De komende twee jaar is de grote concertzaal, waarvan eerder het podium al werd vernieuwd, aan de beurt. Het behoud van de akoestiek – De Doelenzaal behoort op dit punt tot de wereldtop – staat daarbij voorop. Veel zal worden geïnvesteerd in een nieuwe lichtinstallatie die de uitvoering op het podium moet ondersteunen en bijdragen aan de sfeer in de zaal.
Door de omvang (2200 stoelen) ervaren bezoekers de ruimte vaak als kil als deze niet vol zit. Met de nieuwe installatie wordt het mogelijk de zaal zo te verlichten dat de ruimte als minder kaal wordt ervaren. Verder komen er andere stoelen en een nieuwe vloerbedekking in warmere kleuren. Welke kleur is nog niet bekend. „Alles is goed, zolang het maar geen plucherood is”, zegt Oostvogel. „Het is een stoere, echte Rotterdamse zaal in de stijl van de jaren zestig. Die moet je niet gaan verkneuteren met romantische details.”
Tijdens de renovatie, die 14 miljoen euro kost, kan de grote zaal een aantal maanden –van april tot en met augustus 2009– niet gebruikt worden.