De ongein van Jan Rot – Een feuilleton…

Naar aanleiding van de door liedjeszanger Jan Rot aangepakte Matthäus-Passion van Johann Sebastian Bach gaat er vanuit Baarn een bijdrage richting de Volkskrant. Die plaatst de kritiek op de ongein van Rot onverkort in de zaterdageditie van 18 maart 2006. Op deze pagina treft u ook bijdrages aan van Jan Rot over de ‘boosaardige’ wijze van oppositie voeren door ondergetekende.

Preludes opinie in de Volkskrant:

Rot_mattheus_vk_mrt06

Ook in een aantal GPD-bladen mocht Jan Rot zijn zegje doen. Zie voor Preludes reactie in driehonderd woorden de Gooi- & Eemlander:

janrot_G+E


Jan Rot reageert

Op zijn website zet Jan Rot op 23 maart 2006 een reactie op de door Prelude geopenbaarde kritiek op zijn ‘hertaalde’ Matthäus-Passion. In het kader van de vrije nieuwsvoorziening wordt Rots kritiek hier onverkort weergegeven:

’23 maart Dominee Ian Paistley (sic) van platenland

Nieuwsgierig zo eens ‘Bach, Jan Rot’ ingetikt op google, en dom, weer laten verleiden te kijken wat oude bekende meneer Koudstaal op zijn prelude-website te spugen heeft. Een verstokt muziekliefhebber, die geen pianoconcert van Schubert (sic) of Beethoven zal bijwonen op een moderne vleugel. De man vindt het een aanfluiting wat ik met zijn lievelingen doe, en bestookt internet en vooral de Volkskrant met kraakstukken over de ‘ongein’ van Jan Rot, mijn naam steevast voorafgegaan door de aanduiding ‘liedjeszanger’ wat voor hem wel de meest inferieure vorm van muziekmaken zal zijn. Alles is altijd dom, debiliserend, misplaatst, abominabel slecht opgenomen. Ik raak stom genoeg altijd aangeslagen van zoveel boosaardigheid, vooral omdat zo iemand heus wel weet dat ik niet zomaar wat aan rotzooi. Daarbij hoeft hij het Nederlandse volk niet tegen mij te beschermen. Werken van Bach of Schumann zijn grondwettelijk public domain en net zo goed van mij als van hem. Ik moet het me niet aantrekken, maar ja. Wat zou hij voelen als er een bus Classic Fm voor de Laanstraat 100a in Baarn stopte en na een korte rondblik blaatte: ‘Wat een armzalig winkeltje, je kan er alleen maar onbekende rotzooi kopen, die man heb niks dan een grote mond.’ Met genoegen constateerde ik dat een door hem hoog aangeprezen Mattheus versie van een of andere rus (sic) op het mp3tje me helemaal niet aansprak, vooral vanwege een erg irritant en gemaakt accentje, ongeveer zoals Elly Ameling jazz zingt. En de Bliksem en Donder weer veel te snel en zonder idee.
Voor de rest weer een sloot fijne reacties, de eerste Naardengangster meldde zich en, hola, bijna vergeten, een prachtig boeket met warme brief van de burgemeester namens de gemeente Woensdrecht!’

Het bewuste ‘mp3tje’ van de ‘rus’ Masaaki Suzuki kunt u beluisteren:

Uit de Matthäus-Passion: ‘So ist mein Jesus nun gefangen’ & ‘Sind Blitze, sind Donner in Wolken verschwunden?’
Nancy Argenta (sopraan), Robin Blaze (countertenor), Bach Collegium Japan o.l.v. Masaaki Suzuki

Jan Rot bezoekt zijn ‘Kajafas’

Rot blijkt grote moeite te hebben met het feit dat hij wordt aangesproken op zijn zogenaamde ‘hertaal’-prestaties. Hij stuurt mij als criticaster niet alleen rare boze e-mails, maar maakt het nog gênanter door zelfs de Preludewinkel te bezoeken (23-3-’06). In een poging mij op andere gedachten te brengen, doet hij me een exemplaar van zijn ‘Dagboek Mattheus’ cadeau. Later ontdek ik pas de door Rot aangebrachte opdracht ‘Voor Kees “Kajafas” Koudstaal’. Ik probeer hem nog maar eens uit te leggen dat mijn kritiek slaat op zijn ‘hertaalwerk’ en niet op zijn persoon. Het dagboek heb ik inmiddels gelezen. Het doet mijn standpunt over het werk van Rot niet wijzigen. Integendeel, mijn eerder geventileerde kritiek is er eerder door versterkt.

Op www.janrot.nl verhaalt Jan Rot: ‘Eerst een vergadering bij Universal, ook alvast voor ‘De mallemolenmeid’ van Schubert met Marcel Beekman, want nou gaan we door. Daarna toch maar eens even langs het platenzaakje van mijn gisteren (hieronder) beschreven kritikaster (sic), om een Dagboek Mattheus op zijn toonbank te leggen, dan is hij voor zijn braakstukken niet meer aangewezen op vooroordelen en verdraaide quotes (sic) uit de plaatselijke krant. Het opgeprikte heertje dat me voor ogen stond blijkt iemand van mijn leeftijd, met Art Garfunkel-krullen. Ik vraag of hij nou werkelijk niet één lichtpuntje ziet, al was het maar hoe verrassend een klassiek zanger als Marcel Beekman omgaat met kleinkunst Nederlands, maar nee, het is allemaal even afschuwelijk. Ik herinner me discussies met puristen die tot een jaar of twintig geleden bezweerde (sic) dat blanken geen blues konden spelen en geef het al snel op. […] De dag begint op mail met een withete vriend van meneer Koudstaal en een paniekzaaier die beweert dat ik Jezus gelijk stel met islamatische (sic) zelfmoordenaars. Dat zo’n kliekje betweters en schriftgeleerden het alleenrecht claimt op Bach en de Bijbel en over mijn rug de krant probeert te halen met hun ‘kenners’gesputter is tot daar aan toe, maar dat ze denken dat ik er op zit te wachten in mijn eigen huis de oren te worden gewassen met hun onzin, is werkelijk al te mal. Bij de eerste arrogante zin druk ik dit soort mailtjes uit beeld middels het knopje ‘ongewenste reclame’ wat ook toekomstig schrijfwerk uit mijn ogen houdt. Het zijn pretbedervers en ik word er bloedchagrijnig van, het keuren en kiezen heb ik tijdens het maken gedaan, concentreer me liever op alle lof en warmte. En de grandioze cijfers. Nieuw op 25, Bach in de Mega Album Charts. Daar hoort hij thuis! Maandag voor een eerste persdag naar Vlaanderen, kijken of de koorts overslaat.’