De Passie is weer in ’t land…

Het is weer tijd voor Passie. Etalages van chocolaterieën en luxe banketbakkers bieden een keur aan rijk gedecoreerde hazen en, de klassieke vogelpest ten spijt, fraai opgemaakte eieren. Paastakken worden in huiskamers versierd gelijk kerstbomen. In advertenties wordt het publiek kond gedaan van uitvoeringen van Johann Sebastian Bachs Matthäus- en Johannes-Passionen in alle soorten en maten. Wie alle partijen wil meezingen kan zelfs aanschuiven bij één van de ‘meezing-Matthäussen’. Op Goede Vrijdag bevolkt de politieke elite de eerste rijen van de Grote kerk te Naarden om daar, al dan niet knikkebollend, de verplichte drie uur vol te maken. Als ook de lentezon zich van haar beste kant laat zien, kan Pasen 2003 niet meer stuk.

In de aanloop naar het Paasfeest laat ook de klassieke cd-handel zich niet onbetuigd. Verwijst een titel maar enigszins naar de dood, al dan niet in samenhang met een opstanding, dan wordt de betreffende cd toegevoegd aan het rijtje Paastoppers. Het is óók gebruik dat de markt om het jaar wordt voorzien van minstens één nieuwe op cd vastgelegde uitvoering van Bachs Matthäus-Passion. In 1997 was het de beurt aan Jos van Veldhoven, twee jaar later volgde Philippe Herreweghe en in 2001 luisterde Nikolaus Harnoncourt het paasgevoel op. Dit jaar is het de Engelse reconstructioloog Paul McCreesh die zijn licht laat schijnen op Bachs meesterwerk. Op het Universal-label Archiv, de authentieke tak van Deutsche Grammophon, is onder zijn leiding een ‘sterk overtuigende Matthäus-Passion vastgelegd.’ De opname wordt in Trouw geafficheerd als ‘uniek omdat de koorpartijen steeds worden gezongen door vier solisten, waaronder mezzo-sopraan Magdalena Kozená’. Universal prijst de opname aan als ‘ De eerste complete Matthäus-Passion op 2cd’s’. Speelduur 161 minuten. Ach heren, in uw zucht naar primeurs ware het beter geweest als u eerst even een blik in de catalogi had geworpen. Daar was u ongetwijfeld Hermann Max met zijn Rheinische Kantorei en Das Kleine Konzert tegen gekomen. In 1995 ging het label Capriccio met Max’ versie van de Matthäus-Passion uw McCreesh al voor op twee cd’s.

Gemiste kans

bach_mccreesIn het voorjaar van 2001 woonde ik in het Utrechtse Vredenburg een uitvoering bij van Bachs Matthäus-Passion onder leiding van McCreesh. Nieuwsgierig als ik was naar de koorbezetting van slechts twee maal vier kwam ik die avond volledig aan mijn trekken. Het essentiële Bachkoor waar Bachkenners als Joshua Rifkin, Andrew Parrott en Sigiswald Kuijken mij feitelijk al van hadden overtuigd kon ook losgelaten worden op het magnus opus van de Duitse componist. Na afloop van het concert complimenteerde ik McCreesh met zijn presentatie van de afgeslankte Matthäus-Passion en was verheugd te horen dat die een jaar later op cd zou worden vastgelegd. Het resultaat ligt nu in de winkels. Abonnees van het dagblad Trouw kunnen het zelfs sterk afgeprijsd toegestuurd krijgen.

De opname zou voor een vermelding op Preludes webpagina ‘actueel aanbevolen’ in aanmerking gekomen zijn, indien:
a. Paul McCreesh geen rol had toebedacht aan de mezzo-sopraan Magdalena Kozená. Met haar amechtige vibrato tart zij alle regels van de historische uitvoeringspraktijk;
b. de opname-technici de solistische koorbezetting niet hadden gecamoufleerd door het bij tijd en wijlen wijd open zetten van de microfoonschuiven, waardoor alsnog een beeld wordt opgeroepen van een ‘echt’ koor;
c. McCreesh er net als Josua Rifkin in het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw (Hohe Messe) in was geslaagd een steekhoudend pleidooi af te leveren voor een oorspronkelijke Bach.