Een ‘bijna-niet-leuk-ervaring’

Bij tijd en wijlen wordt mij de vraag gesteld of het anno 2002 nog wel leuk is eigenaar te zijn van een klassieke cd-speciaalzaak. Niet zo’n vreemde vraag, want via de media wordt regelmatig kond gedaan van kommer en kwel die de klassieke cd-markt teisteren. En wat te denken van Bachs Johannes Passion die twee deuren verder in een Kruidvatvestiging te koop wordt aangeboden voor € 3,61. Om nog maar te zwijgen van complete Bach-, Mozart- en Scarlatti-edities die daar voor ramsjprijzen de deur uit gaan.

U begrijpt wel, dat ik de hierboven gestelde vraag niet volmondig met ‘ja’ kan beantwoorden. Frank en vrij gesproken zal de verhouding tussen ‘leuk-‘ en ‘niet leuk-ervaringen’ ergens in het midden liggen. Dat de weegschaal in mijn beleving de neiging heeft door te slaan in de richting van ‘niet leuk’ wordt wellicht bepaald door mijn calvinistisch gevormde persoonlijkheidsstructuur. Zo wil ik er bijvoorbeeld gewoonweg niet aan dat iemand een bepaalde opname waar ik een hemelse schoonheid aan toedicht zo van de tafel weet te vegen. Verstandelijk weet ik dat ik onder het motto ‘ieder z’n meug’ mij dat niet aan moet trekken, maar gevoelsmatig ligt dit anders.

Ooit heb ik mij laten ontvallen, dat wanneer ‘niet leuk’ de overhand krijgt, ik stop met mijn handeltje. Het zal voer zijn voor psychologen, maar feit is dat ik er steeds weer in slaag ‘leuk’ emotioneel zwaarder te laten wegen dan ‘niet leuk’. Heel veel ‘niet leuk’ kan op één moment teniet worden gedaan door één enkele ‘leuk-ervaring’; iemand verlaat de winkel met een door mij aanbevolen cd en laat me later weten intens te genieten van de geboden muziek. Of het telefoontje van monseigneur Bär uit Chevetogne, die me in een zeer onderhoudend gesprek complimenteert over de collectie cd’s die ik hem en zijn confraters enige tijd geleden leverde.

Mag ik u deelgenoot maken van een ‘bijna-niet-leuk-ervaring’. Een stralende zon levert het bewijs dat de lente twee dagen eerder haar intrede deed. Vandaag, een week voor Pasen, weerklinkt in de winkel Bachs Matthäus Passion in mijn preferente uitvoering door het Bach Collegium Japan onder leiding van Masaaki Suzuki. Maar vandaag is er geen vraag naar passies. De tuin moet lenteklaar en dus vloeit het geld in de kassa’s van de tuincentra. De telefoon gaat:

‘Prelude, goedemiddag.’
‘Het derde Brandenburgse concert van Bach heeft u dat?’
‘Ja mevrouw, dat heb ik.’
‘O, en wat staat er nog meer op die cd?’
‘De zes Brandenburgse staan er allemaal op mevrouw, het is een dubbel-cd.’
Alsof ik haar zojuist een oneerbaar voorstel deed, roept mevrouw uit: ‘Alle zes! Dat wil ik niet! ik hoef er maar één, hooguit twee!’
‘Mevrouw, Bach componeerde er zes en die worden meestal als een geheel aangeboden.’
‘Dat kan wel zijn, maar zes is echt te veel, dat kan ik allemaal niet aanhoren.’
Ik probeer nog: U hoeft ze toch niet allemaal achter elkaar te beluisteren. De ene keer draait u het derde en een andere keer het vijfde…’
De boodschap komt duidelijk niet over. Met een ‘Meneer, zes is teveel!’ maakt mevrouw een einde aan het gesprek.

De hoorn van de telefoon ligt nog niet op het toestel als Bachs Matthäus de aria ‘Sehet, Jesus hat die Hand, uns zu fassen, ausgespannt‘ heeft bereikt. Als van een andere wereld stapt de countertenor Robin Blaze via de luidsprekers de winkel binnen en slaat de bascule door naar ‘leuk’.
De kassa opmaken doe ik volgende week wel…