De website van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport meldt op 25 augustus 2005 dat staatssecretaris Clémence Ross (CDA) extra financiële mogelijkheden zoekt om de wachtlijsten in de jeugdzorg terug te dringen. Op donderdagavond 25 januari 2007 opent het NOS Journaal om acht uur met het bericht dat ze daarin is geslaagd; de wachtlijsten in de Jeugdzorg behoren tot het verleden. Het kostte een lieve duit – zo’n honderd miljoen euro – maar een lege wachtlijst moet je als zorgende overheid wat waard zijn. De staatssecretaris wordt nog even in beeld gebracht. Ze zegt enorm trots te zijn op al die duizenden werkers in de jeugdzorg die zich zo keihard hebben ingezet om de wachtlijsten weg te werken. Alles natuurlijk dankzij haar financiële injectie.
Na de glimmende mevrouw Ross verschijnt er iemand uit het werkveld op het scherm. Die zegt dat de problemen rond de wachtlijsten in de jeugdzorg helemaal niet zijn opgelost. Ze doen zich nu elders in de keten voor. De jeugdpsychiatrie,
pleegzorg en kinderbescherming worden als voorbeelden genoemd. De ergernis straalt van het gezicht van deze boodschapper. Zo, denk ik, honderd miljoen uitgegeven om een wachtlijst te verschuiven van het ene naar het andere loket, daar wil ik de staatssecretaris nog wel even over horen. Maar nee hoor, de redactie van het journaal stapt moeiteloos over naar een volgend onderwerp, de volksopstand in Libanon. Ook erg.
Een dag later lees ik in de krant dat het demissionaire kabinet afziet van de aankoop van een door Rembrandt in 1657 geschilderd portret van Catrina Hoogsaet. Dat in een uitstekende staat verkerend doek is in het bezit van een Britse adellijke familie. Die wil het van de hand doen. Welk bedrag er precies gevraagd wordt voor het portret, dat overigens op leenbasis in het Rijksmuseum te Amsterdam hangt en daar nog tot eind april te bezichtigen valt, is geheim maar ik hoor bedragen noemen variërend van 20 tot 60 miljoen euro.
Je mag bepaalde soorten fruit niet met elkaar vergelijken, ik weet het, maar toch… Als mevrouw Ross die honderd miljoen euro nou eens niet had weggegooid. Stel dat ze de helft van dat bedrag had doorgeschoven naar haar collega, de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Maria van der Hoeven (ook CDA), dan had het demissionaire kabinet op de valreep nog een daad kunnen stellen ten faveure van het Nederlandse culturele erfgoed. Ik wil maar zeggen, zo’n belangwekkend meesterwerk hoort te hangen in een Nederlands museum en voorkomen moet worden dat het in handen valt van een steenrijke verzamelaar die het opbergt in zijn kluis om vervolgens af en toe een blik te werpen op Catrina Hoogsaet en haar papegaai.
Het mag niet zo zijn. Op de valreep van zijn bestaan heeft het kabinet besloten dat terughoudendheid gepast is. Met alle risico van dien heeft men het portret op de wachtlijst van het nieuwe kabinet geplaatst. Een volstrekt ongepast besluit. Waarom? Dat wil ik niet eens uiteggen. Vergelijkt u bovenstaande digitale afbeelding van mevrouw Hoogsaet maar met het bij de aanvang van dit pamfletje geplaatste portret van mevrouw Ross. Dat maakt het wel duidelijk…
Ten slotte. In 1998 maakt een donatie van de Nederlandsche Bank het de Stichting Nationaal Kunstbezit mogelijk het in de jaren 1942-1944 door Piet Mondriaan geschilderde Victory Boogie Woogie aan te schaffen voor ruim 36 miljoen euro. Een en ander met goedkeuring van de toen ook al minister van Financiën Gerrit Zalm. Ook hier kost het mij moeite het fruit in de kist te laten, maar ik vraag me af of de Nederlandse opperbank in dit geval ook niet ergens een zakje geld had kunnen droppen. Mocht het zo zijn dat daar dan kamervragen over zouden worden gesteld hoeft men in Den Haag slechts te klikken op persbericht 98/152 van laatstgenoemd ministerie.