Afgelopen zomer, op het eiland Krk in de Adriatische zee, vertelde ik het mijn jongste zoon. Hij kon het beter van míj horen, dacht ik, dan van een willekeurig vriendje. Ik omkleedde mijn woorden met de nodige omzichtigheid. Dat bleek niet nodig. Het nieuws werd verwerkt alsof hij het altijd al geweten had. Geen huilbuien, geen scherpe verwijten, geen slapeloze nachten. Niets van dit alles. Ik voelde mij een tevreden vader. Trots op mijn grote zoon vierde ik de vakantie verder. In de aanloop naar het sinterklaasfeest werd ik echter rigoureus met mijn neus op de feiten gedrukt. In tegenstelling tot andere jaren was er dit jaar vrijwel geen Sint of Piet in mijn winkel te zien. Prelude afgeschreven als dependance van Madrileense magazijnen! Zou hij dan toch…?
Er is een tijd geweest dat ik mij in stille perioden kon troosten met de zekerheid, dat de jaaromzet voor een belangrijk deel tot stand komt in de laatste drie maanden van het jaar. Die ‘gouden tijd’ lijkt definitief voorbij. De klassieke cd-handel wordt beheerst door malaise. En het oktobernummer van het vakblad voor de cd-detailhandel, NVGD-nieuws, was nog wel zo hoopvol gestemd. Men sprak over de geluidsdragersbranche als ‘[…] één van de weinige branches die de laatste jaren op alle fronten volop in beweging is’ en dat werken binnen die branche ‘opwindend en uitdagend is’ , kortom ‘een speelveld is geworden voor zelfverzekerde mensen’. Een maand later lees ik echter in datzelfde blad (november 2002) ‘dat de meeste van ons een flinke min hebben gedraaid’ en dat ‘ondanks fors stijgende dvd-verkopen’. Dus zelfs winkels die gekozen hebben voor, zoals dat tegenwoordig zo mooi heet, ‘een duidelijke entertainmentsformule’ worden geconfronteerd met dalende omzetten.
Het moge duidelijk zijn dat de klassieke cd bij het grote publiek haar glans heeft verloren. Overproductie heeft gezorgd voor verzadiging van de markt. Maar er zijn meer oorzaken aan te dragen voor de tanende klassieke cd-handel. Zo doet het kopieerverschijnsel zich niet alleen meer voor bij scholieren. Het is vandaag de dag bon ton om óók klassiek te branden. In een land waar men schande spreekt van het feit dat het werk van tekenaar Dick Bruna illegaal wordt verspreid via het internet, beschouwt men het stelen van muziek als normaal. Geen politicus die zich roert, geen opsporingsambtenaar die er tegen optreedt, laat staan een rechter die veroordeelt.
In de Volkskrant van donderdag 28 november 2002 staat te lezen, dat marktleider Universal het zich vanwege de te hoge kosten niet langer kan permitteren opnamen te maken met ‘ons’ Koninklijk Concertgebouworkest. EMI ziet daar om dezelfde reden geen brood in. Muziekjournalisten reppen in hun slecht-nieuws-boodschappen terecht over de kleine onafhankelijke klassieke cd-producenten voor wie de toekomst zou zijn. Terzelfder tijd vullen zij hun kolommen met het aanprijzen van drogisterijproducten en cd-uitgaven van de majors én geven zij free publicity aan hun Amsterdamse vrienden.
Zo besteedt de kunstredactie van Trouw op 5 december 2002 ruim aandacht aan een drietal door het ‘piratenlabel’ Mitridate uitgebrachte opnamen van de in 1999 overleden sopraan Gré Brouwenstijn. Daaronder bevindt zich de Italiaanse versie uit 1953 van Beethovens opera Fidelio, volgens Trouw ‘een document waar fans van Brouwenstijn al jaren op wachtten’. [sic!] Wat niet in het artikel staat vermeld en wat de argeloze lezer niet weet is dat de eigenaar/producent van Mitridate Walter Knoef heet. Op zondagochtenden de
presentator van het opera-programma ‘Diva op de erwt’, dat wordt uitgezonden door de Concertzender. Knoef heeft het exclusieve verkooprecht van deze ‘aanwinst’ voorlopig vergeven aan een voorname Amsterdamse cd-winkel. Daar rept de kunstredactie van Trouw niet over. Ook het NCRV-programma A4 niet. Daar gaf men aan de ‘nieuwe’ opnamen van de ‘schitterende’ Gré ruim baan. In de uitzending kwam een van Knoefs vriendjes, operakenner Paul Korenhof, uitgebreid aan het woord. Zo kon hij buiten de Ster om de alleen in Amsterdam verkrijgbare waar aanprijzen op een publieke zender. Je zult maar wachtende zijn te Kerkdriel en niet op de hoogte van de hoed en de rand.
Cd-winkels die zich specialiseren in louter klassieke muziek zijn ondertussen op de vingers van een hand te tellen. Prelude is zo’n zeldzame winkel. Bovendien een zaak met het smoel van een eigenzinnige eigenaar. Dat dit niet door iedereen op prijs wordt gesteld, wordt bewezen door de praktijk van alledag. U zou de verontwaardigde blikken eens moeten zien die mij bij tijd en wijlen worden toegeworpen als men ontdekt, dat de een of andere muzikale halfgod niet door mij wordt aanbeden. Echter, het alternatief, mensen naar de mond praten en/of kiezen voor de een of andere ‘entertainmentsformule’ om het hoofd boven water te houden, is voor mij geen optie. Met Prelude wil ik de gidsfunctie blijven vervullen voor de op kwaliteit beluste liefhebber van klassieke muziek. En gelukkig, die bestaan nog! Zo kon ik een maand of wat geleden een oudere dame uit Gouda blij maken met de cd Lamentations van het Franse ensemble Le Poème Harmonique, uitgebracht door een van die kleine onafhankelijke klassieke cd-producenten: Alpha.
Onlangs belde ze mij op met de mededeling dat haar gezondheid het niet toeliet een reis naar Baarn te ondernemen, maar ze had wel zin in nog zo’n mooie cd. Per post stuurde ik haar een opname toe van het Ensemble William Byrd met religieuze werken de 16e en 17e eeuwse componisten Gregorio Allegri, Tommasso Bai, Fransesco Scarlatti, Giovanni Moro da Viadana en Leonardo Leo. Twee dagen had ik haar weer aan de lijn en enthousiast vertelde ze me ongelooflijk blij te zijn met haar nieuwe aanwinst. Ze hoopte snel weer in staat te zijn Prelude te bezoeken.
Gelooft u mij; liever één zo’n klant en droog brood met de kerst, dan honderd op ‘classical chill out’ beluste consumenten die zorgen voor een kerstdiner in een chique restaurant. En voor het geval u mij van schijnheiligheid mocht verdenken; ik heb mijn zoontje verteld dat óók de kerstman niet bestaat!