Hoe vilein een redactie kan zijn…

In zijn april/mei-editie kent het muziektijdschrift Luister het hoogste aantal sterren toe aan een sa-cd met motetten van Johann Sebastian Bach (pag. 88). Ze zijn vastgelegd door het Nederlandse Channel Classics en worden onder leiding van Peter Dijkstra uitgevoerd door het Nederlands Kamerkoor (NKK). In een vrijwel nietszeggende, maar wel ophemelende, recensie lees ik dat dit ‘al weer de derde opname van Bach’s motetten is die in korte tijd voorbij komt’. Genoemd worden uitvoeringen door het Hilliard Ensemble en het Vlaams Radiokoor.

Tjonge, denk ik bij mezelf, dat Luister nou niet weet van de eind 2007 door het Duitse Raumklang uitgebrachte versie van Bachs koorwerken door het Engelse ensemble Trinity Baroque. De acht vocalisten daar – Elin Manahan Thomas en Christine Marie Rembeck (sopraan), Clare Wilkinson en Kate Hamilton (alt), Julian Podger en Hermann Oswald (tenor) en Christopher Adams en Thomas Guthrie (bas) – zorgen voor de wat mij betreft ultieme vertolking van Bachs koorjuwelen.

Al vaker ventileerde ik mijn gedachten over de onafhankelijkheid waar redacties van muziektijdschriften prat op gaan. Het is als het spreekwoordelijke roepen in de woestijn. Aan het gemankeerde ‘artistieke’ oordeel van recensent Frits Ham zou ik dan ook geen aandacht hebben geschonken, ware het niet dat in dezelfde Luister óók de cd van Trinity Baroque wordt besproken (pag. 104). Van hun Bach laat Hams collega Paul Herruer weinig heel. Kort gezegd, hij vindt dat Trinity Baroques lezing van de Bach-motetten niets toevoegt aan de bestaande Bach-discografie (‘De voordracht is meer esthetisch dan expressief…’).

Het doodzwijgen door Ham alsook de afbraakactie van Herruer zijn kennelijk nodig om de in de Van Leest Luisterwinkel (hoezo onafhankelijk!) geplande verkoopaantallen van de NKK-sacd niet in gevaar te brengen. Wat mij betreft wordt het bewijs voor deze stelling sluitend door recensent Herruer zelf geleverd. Hij noemt het een ‘gimmick’ dat Trinity Baroque slechts drie motetten zingt, aangevuld met wat koralen, liturgische intonaties en twee orgelwerken. ‘Waarom gewone koralen zingen als die ruimte voor motetten gebruikt had kunnen worden?’, vraagt de recensent zich af.
Hier verraadt de recensent zijn vilein. De cd van Trinity Baroque biedt namelijk de motetten BWV 255 tot en met BWV 229. Dat zijn er dus vijf. De sa-cd van het NKK laat er met de BWV 230 zes in totaal horen. Over het aantal motetten en wat er precies tot Bachs motetten gerekend moet worden, bestaat zelfs onder geleerden twijfel. Julian Podger heeft, zo verklaart hij in het bij de cd behorende tekstboekje dat kennelijk niet eens is ingezien door de recensent, bewust gekozen voor zijn vijftal. De ook weloverwogen vocale en instrumentale extra’s maken de Raumklang cd er alleen maar waardevoller op.

Bovenstaande repliek is door ondergetekende in de vorm van een ingezonden schrijven verstuurd naar de redactie van Luister. Of het geplaatst zal worden, is de vraag. In elk geval krijgen de ‘prominente’ muziekjournalisten Frits Ham en Paul Herruer de reactie onder ogen. Dat het schaamrood ze naar de kaken moge stijgen!


Naschrift

Het oordeel over beide registraties laat ik graag aan u als luisteraar. Hieronder heeft u het voor het uitkiezen:

[Audio niet gevonden]
‘Komm, Jesu, Komm’ uit BWV 229
Nederlands Kamerkoor, Peter Dijkstra (directie)

J.S. Bach: Meines Herzens Weide – Motetten

Bekijk deze cd