Investeer het ‘Kwartje van Kok’ in muziekonderwijs

Dezer dagen is onder leiding van een informateur een club van drie bezig met het in elkaar steken van een regeerakkoord. Het moet een stuk worden dat past op een A4-tje. Dat zoiets niet gaat lukken is zeker, maar het toont de wil zo min mogelijk beleidsvoornemens van te voren vast te leggen. Zo kan, denkt men, straks een waarlijk duale politiek worden bedreven. Er is al een aantal afspraken gemaakt; Nederland wordt verder geasfalteerd, de kerncentrale in Borsele blijft langer open, er komt een gekozen burgemeester en ‘het kwartje van Kok’ wordt teruggestort in de zakken van autobezitters. Verder wordt er door de heren in Den Haag heel wat afgelachen aan de onderhandelingstafel.
Een visie op een cultuurbeleid is nog niet geventileerd. Het zal u niet verbazen dat het met name de klassieke muziek is die mij ter harte gaat. Of men aan dit onderwerp überhaupt woorden vuil zal maken waag ik te betwijfelen. De muzikale voorkeur van Jan-Peter Balkenende ligt bij één van zijn grootste hobby’s: de musical. Gerrit Zalm lijkt mij iemand die gaat voor, niet al te zware, lichte muziek, terwijl Mat Herbens muzikale smaak ergens zal liggen in de geest van Pim Fortuyn. Die schijnt van Bach gehouden te hebben, maar in zijn niet voorziene politieke testament ‘De puinhopen van acht jaar paars’ wordt met geen woord gerept over een cultuurbeleid dat hier aan de orde is.

Klassieke muziek maakt onmiskenbaar deel uit van ons westerse culturele erfgoed, net zoals bijvoorbeeld veel tentoongestelde kunstwerken van alle tijden in musea dat doen. Het is echter als fenomeen aan het verdwijnen uit onze samenleving. Ik heb het nadrukkelijk niet over de cultuur waarin de meesterpianisten, de in jurkjes maat 36 gestoken violistes en de tot goden verheven vocalisten door liefhebbers, gezeten op zwaar gesponsorde stoelen in nationale gebedshuizen als het Concertgebouw, worden vereerd. Ook niet over opgeklopte operaproducties met echte paarden en kamelen in sportpaleizen als Ahoy of Arena. Neen, ik spreek over klassieke muziek uitgevoerd in het kerkje of zaaltje bij u om de hoek. De toeloop naar dit type concerten is in de laatste jaren sterk afgenomen. Ik ken vele integere musici die met hart en ziel gaan voor hun vak. Zij zijn al blij als het getal van de in hoofdzaak grijs gekapte bezoekers ergens ligt in de buurt van de zestig. Laatst woonde ik in de provincie misschien wel het mooiste concert bij dat ik ooit bezocht. Het overgrote deel van de kerk was onbezet, terwijl in de directe omgeving na een Middeleeuws cultureel festijn vele honderden zich op geïmproviseerde terrasjes laafden aan wijn en bier.

Spreekt hier een gefrustreerde klassieke muziekliefhebber? Volmondig: ja! Er is een generatie opgegroeid – en aan het opgroeien – die geen weet meer heeft van klassieke muziek. Hoe kan het ook anders als er binnen het onderwijs vrijwel geen aandacht meer wordt besteed aan dit deel van onze geschiedenis. Er zullen vast en zeker papieren beleidsvoorschriften ergens in Zoetermeer bestaan, die mijn ongelijk bewijzen, maar ik geef u op een briefje dat klassieke muziek binnen het onderwijs slechts aan bod komt als er toevallig een muziekdocent voor de klas staat die er zelf affiniteit mee heeft. Maar ook dat is een uitstervend ras.

In een uiterste poging het tij te keren roep ik de onderhandelaars in Den Haag op ‘het kwartje van Kok’ niet te retourneren aan de autobezitters. Investeer die gelden, of in ieder geval een deel daarvan, in gedegen muziekonderwijs en andere stimulerende maatregelen ten behoeve van cultuur en met name de klassieke muziek. En als de Haagse Heren in deze advies nodig hebben, ik ben beschikbaar.