Klassieke muziek is rijp voor tomaten

De Volkskrant[N.B. Onderstaande bijdrage is geplaatst in De Volkskrant van 13 mei 2003. De redactie heeft het enigszins gekuist. Het originele bericht leest u hier.]

In de jaren zestig van de vorige eeuw werpt een nieuwe lichting acteurs werpt tomaten naar het gevestigde toneel. Uiteindelijk leidt dit protest onder andere tot de oprichting van Het Werktheater. Ook in de wereld van de klassieke muziek rimpelt het water. Tijdens de Actie Notenkraker trekken componisten en musici van een níéuwe orde van leer tegen de gevestigde. Dit protest brengt letterlijk nieuwe muziek in de concertzalen en legt de bodem voor de zogenoemde authentieke uitvoeringspraktijk. Muziek van Bach, Purcell, Rameau, Buxtehude, en later van Mozart, Van Beethoven en Haydn gaat op de schop. Gustav Leonhardt, Frans Brüggen en Ton Koopman gelden in Nederland én daarbuiten als boegbeelden van die historische benadering. Aanvankelijk voor een alternatief publiek ontdoen zij gekende muziek van te diep ingesleten romantiek en brengen ongekende meesters verfrissend tot leven.

De lange haren zijn uit de concertzalen verdwenen. Veel ‘oproerkraaiers’ bewonderen nu zelf in maatkostuum het Orkest van de 18e Eeuw dat al jaren achtereen op tournee gaat met dezelfde symfonieën van Mozart, Haydn en Schubert. Bij Ton Koopman lijkt de compleetheid van componisten voorop te staan. Het lijkt of al het veldwerk is geklaard. Niets is minder waar. Musici als Andrew Parrott, Sigiswald Kuijken, William Christie, Gustav Leonhardt, Alan Curtis, Jordi Savall, bijvoorbeeld, blijven hun roeping trouw. Als echte muziekarcheologen graven zij door in een grotendeels onontgonnen verleden.

Ondertussen geven Brüggen en Koopman wapens in handen van de tegenstanders van het gebruik van authentieke instrumenten en verloochenen zij hun eigen geschiedenis. Onder leiding van Brüggen vertolkt Piotr Anderszwewski op een moderne vleugel met het Radio Kamerorkest klavecimbelconcerten van Bach. Met hetzelfde gemak laat Koopman de pianiste Angela Hewitt modern soleren in een Mozartconcert.
Wat ooit oprecht pionierschap leek, was een modeverschijnsel. In de wandelgangen van de concertzalen hoor je al de opluchting dat die oude spijkerkisten gelukkig niet meer hoeven. “Zelfs Brüggen en Koopman doen het weer met moderne vleugels”. De vrijerij van de pioniers van weleer met moderne instrumenten is voer voor de tegenstanders van de historische uitvoeringspraktijk.

Voor de Edison Nescafé Klassiek Publieksprijs zijn dit jaar tien cd’s genomineerd. Zeven daarvan vallen onder de noemer cross-over. De overige drie bevatten composities van Bach, Vivaldi en Fauré. Bij de uitvoering van Bachs klavecimbelconcerten wordt gebruik gemaakt van een moderne vleugel en Vivaldi’s vioolconcerten worden op stalen snaren vertolkt.

Terwijl de ridderordes bij Brüggen en Koopman op de dressoirs prijken is de tijd rijp voor een nieuwe kist tomaten. Het is de vraag wie de eerste werpt.