In Den Haag bereidt men een culturele kaalslag voor die zijn weerga niet kent. Het zorgt er voor dat de toetsenborden van menig criticus en criticaster dezer dagen druk bezet zijn. De staatssecretaris van cultuur medy van der laan, ik schrijf deze woorden vanaf nu alvast maar zonder de gebruikelijke kapitalen, leunt ondertussen onbevreesd achterover. Het aloude politieke principe ‘verdeel en heers’ is zijn nut weer eens aan het bewijzen. Binnen de wereld van de klassieke muziek gaat de discussie allang niet meer over de brede kaalslag maar heeft die zich verengd tot, vergeef me het woordgebruik, details. Welk MCO orkest is het belangrijkst? Wie trekt de volste zalen? Wat is het meest vernieuwende orkest? Welk van de orkesten mag blijven? Het Radio Symfonie Orkest zorgt, behalve misschien in Amsterdam tijdens de zaterdagse matinee, met Berio en Nono voor schraal bezette concertzalen. Het Radio Filharmonisch Orkest (RFO) kent een behoudende programmering en is een kopie van het Koninklijk Concertgebouw Orkest (KCO) schrijft muziekpublicist Maarten Brandt. Dus als er geruimd moet worden dan maar het RFO. Onzin reageert Henk de Vlieger, leider van de slagwerkgroep van het RFO. Hij beticht Brandt van het gooien met modder. Ik zie de vingers van Brandt alweer over zijn toetsenbord vliegen.
Heren, heren, span samen tegen de Haagse vijand in plaats van tegen elkaar ten strijde te trekken. Mijn muzikale hart ligt niet bij de grote orkesten, ik ben meer in de ‘oude’ muziek. Het belang van een kwalitatief hoogstaand cultureel voorzieningenniveau zie ik echter wel degelijk in. Wat is er mis met twee orkesten van het niveau van het KCO? Hoe meer hoe liever zou ik zeggen. Met een verontrust gemoed zie ik de culturele verarming in Nederland oprukken. Radio 4 wordt getransformeerd tot een met muziek ondersteunde babbelbox. Met de televisie is het niet veel beter gesteld. Gisteravond vond in het Amsterdamse Concertgebouw het klassieke Edison Gala plaats. Decorbouwers en belichters hadden de grote zaal omgebouwd tot een boudoir. Het presentatieteam gedroeg zich alsof zij te doen had met een publiek van louter vier-jarigen. Het klassieke muziek evenement vond zijn apotheose in een optreden van Trijntje Oosterhuis. Ik bedoel maar.
Dames en heren, de fase van het al dan niet ludiek protesterend concerteren in een T-shirt is voorbij. Indien u zich werkelijk om de vernietiging van ons culturele erfgoed bekommert trek dan gezamenlijk met een boodschap op tegen Den Haag!
Mag ik u een voorzet geven? De aanschaf van 80 in plaats van 85 Joint Strike Fighters bespaart de schatkist ongeveer 400 miljoen euro. Zo’n opmerking riekt naar demagogie, maar afgaande op de taal die politici in de aanloop naar de ‘Europa-Best-Wel-Belangrijk-Verkiezingen’ bezigen, zijn dat woorden die men in Den Haag het best verstaat.