Dramatisch ga ik er niet over doen, maar hoe kritisch kun je zijn als handelaar in klassieke cd’s? Mijn aanbevelingen komen enkel en alleen voort uit persoonlijke waarderingen en worden niet gevoed door promotionele acties van cd-producenten en/of bijdragen van recensenten. Soms is de kwaliteit van een productie zo hoog dat er wat mij betreft gesproken kan worden van universele schoonheid. Staat u mij toe als voorbeeld te noemen de door Alpha uitgebrachte cd Larmes de Résurrection van het door Simon-Pierre Bestion geleide ensemble La Tempête. Toen ik deze cd voor het eerst beluisterde wist ik niet wat me overkwam. Toegegeven, ik ben een groot liefhebber van de composities van Heinrich Schütz en dat maakt dat ik al snel val voor cd’s met goed uitgevoerde versies van zijn werken. Echter, de vrijelijke wijze waarop Bestion de muziek van Schütz heeft samengevoegd met die van zijn vriend Johann Hermann Schein voegt er dimensies aan toe: Larmes de Résurrection brengt de door de Italiaanse stijl beïnvloede Lutherse barok samen met de oorsprong van het christendom in het Midden-Oosten en dat levert een adembenemend resultaat op. Gelooft u mij, zo hoorde u Schütz’ Historia der Auferstehung Jesu Christi en Scheins Israelis Brünnlein niet eerder. Mijn enthousiasme voor de cd heeft zeker ook van doen met de vocale inbreng van solisten als Claire Lefilliâtre en de Byzantijnse zanger Georges Abdallah. U begrijpt het al, mijn cd van het jaar kan niet meer stuk!
Dan nu de achterliggende reden van het steken van de loftrompet over deze cd. Een week of wat geleden nam ik kennis van de door Pentatone uitgebrachte cd Cantata, yet can I hear. Daarop is een aantal vocale werken vastgelegd van Johann Christoph Bach, Johann Sebastian Bach, Melchior Hoffmann en Händel en Vivaldi. Voor de uitvoering van de solo-cantates tekent contratenor Bejun Mehta die wordt begeleid door de Akademie für Alte Musik Berlin. Aan deze cd klopt werkelijk alles: prachtige muziek, de stem van Mehta is fraai en het orkest levert een uitstekende bijdrage. Toch gaf ik de cd, die bovendien ook wordt gekenmerkt door een hoge opnamekwaliteit, geen plek in het rijtje aanraders van de afgelopen maand maart.
Als u de recensie van Frits van der Waa in de Volkskrant van 6 april heeft gelezen kan ik mij voorstellen dat u zich afvraagt waarom u de cd niet tegenkomt op de website van Prelude. Welnu – kort door de bocht, maar het is niet anders – ik werd/word er niet warm of koud van. Ik onderschrijf de mening van de recensent dat de muziek van hoog niveau is en dat Mehta een stem als honing heeft, echter in zijn enthousiasme over de uitvoeringen kan ik mij niet vinden. Er is wat mij betreft meer nodig om een cd begeerlijk te maken. Dat kan ik het best verduidelijken aan de hand van een voorbeeld. Van Johann Christian Bach vertolkt Mehta de fraaie klaagzang ‘Ach, das ich Wassers gnug hätte’. Mijn favoriete vertolking van deze lamento is die van de alt Ingrid Alexandre. Samen met de instrumentalisten van Il Concerto delle Viole bezorgt zij mij tot op de dag van vandaag een versie waarbij ik de ogen moeilijk droog kan houden…
J.C. Bach: Arie variate & Lamenti
Dat Mehta dat niet voor elkaar krijgt zegt wellicht meer over mij dan over hem. Om de keuze aan u te laten heb ik de cd alsnog een plek op Preludes website gegeven. Maar het is dus wel een aanrader voorzien van een stevige bijsluiter…
Bejun Mehta – Cantata, yet can I hear…