Muziek voor Lijdenstijd en Opstanding

Er zijn tal van componisten die tijdens hun leven in hoog aanzien stonden om later in de vergetelheid te geraken. Neem de omstreeks 1625 in de Italiaanse stad Mecerata geboren Marco Giuseppe Peranda. Waarschijnlijk kreeg hij als jongeling muziekles van Giacomo Carissimi (1605-1674). In de boeken duikt hij in 1651 op als altzanger in de hofkapel van de keurprins van Sachsen, de latere keurvorst Johann Georg II. Bij zijn aantreden in 1658 voegt de nieuwe keurvorst zijn prinselijke kapel, die onder leiding stond van Giovanni Andrea Bontempi (1624-1705), samen met de hofkapel van zijn overleden vader. Peranda wordt in 1661 in Dresden aangesteld als vice-kapelmeester en twee jaar later volgt hij Vincenzo Albrici (1631-ca. 1696) op als kapelmeester. In 1670 krijgt Peranda verlof voor een studiereis naar zijn geboorteland Italië. Hoe het hem daar vergaan is vermeldt de historie niet. Zijn terugreis wordt enige tijd opgehouden door een verblijf in het bisschoppelijk paleis in de Tsjechische stad Kroměříž. Daar componeert hij een tweetal missen en een aantal Geistliche Konzerte.

Terug in Dresden wordt hij in 1672 door de keurvorst benoemd tot principaal-hofkapelmeester, de hoogste muziekbaas aan het hof zogezegd. Ook in die functie houdt zich voornamelijk bezig met het componeren van werken voor kerkelijk gebruik. Als hij in januari van het jaar 1675 overlijdt wordt het lichaam van de altijd Rooms-Katholiek gebleven componist bijgezet in het nabij Dresden gelegen klooster St. Marienstern. Slechts enkele van zijn composities hebben de tand des tijds doorstaan, maar tonen wel aan dat hij een componist was die zijn vak verstond. Decennia later laat Johann Sebastian Bach (1685-1750) zich bij het componeren van zijn Lutherse missen inspireren door Peranda. Ter illustratie daarvan is op de cd Lutheran Masses Vol. 2 van het Bach Collegium Japan met de missen BWV 233 & 234 ook het Kyrie en Gloria uit een mis in a klein van Peranda vastgelegd.

Peranda: ‘Kyrie’ uit Mis in a klein

De Cappella Sagittariana Dresden heeft onder de muzikale leiding van Norbert Schuster een zogenoemde Dresden Passion op een tweetal cd’s vastgelegd. Centraal in deze passie staat een eerder aan Heinrich Schütz toegeschreven geheel a capella gezongen Markus-Passion van Peranda. Die vergissing was niet zo vreemd want het werk vertoont veel raakvlakken met de diverse passionen van de hand van Schütz. Daar waar de latere passies door een enkele componist zijn opgebouwd uit recitatieven, koren, aria’s en koralen zijn het in de onderhavige passie Geistliche Konzerte, motetten en instrumentale tussendelen van anderen die het lijdensverhaal naar het evangelie van Marcus omlijsten en muzikaal vormgeven. Alles passend in de muziekpraktijk die destijds heerste in het hof te Dresden. De exemplarisch fraaie vertolking van Norbert Schuster en de zijnen maakt deze uitgave van het Duitse cd-label Rondeau tot een zeer waardevolle aanvulling van het lijdens- en paasrepertoire.

Peranda: Dresden Passion

Bekijk deze cd

J.S. Bach: Lutheran Masses Vol. 2

Bekijk deze cd

Meer aanbevolen muziek voor de Lijdenstijd

J.S. Bach: St. Matthew Passion – Version 1742

Bekijk deze cd

J.S. Bach: Matthäus-Passion

Bekijk deze cd

J.S. Bach: John Passion

Bekijk deze cd

J.S. Bach: Passio secundum Johannem

Bekijk deze cd

Händel: Messiah – Dublin version 1742

Bekijk deze cd

Haydn: Septem Verba Christi in Cruce

Bekijk deze cd