O wat zijn we heden blij

In de VPRO-gids (nr. 26) van deze week staat een onthullend verhaal van de hand Marianne Broeder. Zij doet relaas van haar gesprekken met de bij het Muziekcentrum van de Omroep (MCO) betrokken voorlieden. Je wordt er niet echt vrolijk van. Er moet 7.5 miljoen euro bezuinigd worden bij het MCO. Staatssecretaris medy van der laan kiest voor opheffing van het Radio Symfonie Orkest (RSO). De protesten zijn niet van de lucht. Terecht, het is te gek voor woorden een symfonieorkest van naam op te heffen. De staatssecretaris vraagt nieuwe adviezen. Zowel de Raad van Cultuur als het bestuur van de publieke omroep kiezen voor een fusie tussen het RSO en Radio Kamerorkest (RKO). Zo’n constructie wordt door velen als winst beschouwd. De manager van het RKO, Siebe Riedstra, merkt echter in de VPRO-gids terecht op: “Onze identiteit zal volkomen verloren gaan. Deze oplossing betekent het einde van onze chefdirigenten Brüggen en Eötvös, van onze programmering en van onze speelcultuur.” Vrij vertaald ziet hij bij een fusieconstructie de dood voor het RKO in het verschiet.

Op 23 juni 2004 spreekt de Tweede Kamer over de bezuinigingsplannen van de staatssecretaris. Alhoewel ‘de klap moet vallen‘ van de staatssecretaris beschikt zij niet over de guts zelf het bedieningsmechanisme te hanteren. Zij laat het liever over aan het parlement. Daar uit men zich vooral in fraaie politieke betogen. Links en rechts kiest men voor het RSO. Vooral schone woorden dus. Een beslissing nam men niet.
Vandaag werd bekend dat de hoge olieprijs op de wereldmarkt een prettige bijkomstigheid heeft voor de Nederlandse schatkist. Die strijkt een half miljard euro aan extra gasinkomsten op. Tijd om de Tweede Kamer bijeen te roepen dames en heren politici. Dwing de staatssecretaris via een motie de 7.5 miljoen bezuinigingseuro’s van tafel te halen!

Joop Atsma
Joop Atsma

Maar zo zal het niet gaan. Het CDA-kamerlid Joop Atsma zegt in NCRV’s A4-uitzending van heden onder andere: “Wij kiezen voor het plan dat de publieke omroep enkele weken geleden bij ons heeft neergelegd. Dat werd in hoofdlijnen gesteund door de Raad van Cultuur en dat komt er op neer dat het RSO overeind kan blijven.”
Hij zal dienovereenkomstig een motie indienen en verwacht dat die op een ruime kamermeerderheid kan rekenen (CDA, VVD, D’66 en PVDA). Wat uit de Haagse Hoge Hoed tevoorschijn komt is dus de door Raad van Cultuur en het MCO ingebrachte fusie tussen het RSO en RKO. De politiek legt het uit als dé redding van het RSO. Ik hoor ze al zingen ‘O wat zijn we heden blij’. Begrijpen doe ik het allang niet meer. De vrijwel zekere fusie kost vele tientallen musici hun baan. Waar twee orkesten fuseren verdwijnt er immers een. Hoe kun je dan met droge ogen je tevredenheid uiten? Vakbonden, musici, gebruikers en collega musici hadden zich principieel niet neer moeten leggen bij welke bezuiniging dan ook. Er is al genoeg gekaasschaafd in de voorbije jaren. En waar praten we eigenlijk over? Op de totale rijksbegroting is de 7.5 miljoen vrijwel niet zichtbaar achter de komma.

Van de overheid van een beschaafd land mag men een fatsoenlijk cultuurbeleid verwachten. Wat dat betreft is de Nederlandse regering al flink op weg op het hellende vlak. Bezie in dit licht ook het Cultuurnota-advies voor de jaren 2005-2008. In september 2004 worden daar politieke knopen over doorgehakt. Muziekpublicist Maarten Brandt pleit in een brandtbrief aan de Tweede Kamer voor behoud van subsidie aan het Schönberg Kwartet (de tekst hiervan vindt u onderaan dit bericht). Slaat u de internetpagina www.cultuur.nl er eens op na. Daar vindt u het Cultuurnota-advies ‘05-’08 alsook het aanvullende advies van de Raad voor Cultuur. De kans is groot dat u na lezing van die adviezen met mij tot de conclusie komt dat Brandts pleitschrift gebruikt kan worden als een model voor vele ensembles. Neem bijvoorbeeld het Mondriaan Kwartet dat de komende jaren genoegen moet nemen met zeventig procent minder subsidie om nog maar te zwijgen over de Ebony Band die te maken krijgt met een korting van honderd procent. Vanuit de politiek heb ik nog geen enkel signaal gehoord dat wijst in een aanpassende richting van het Cultuurplan.

Als straks de Cultuurnota voor de jaren 2005-2008 door het parlement is gefiatteerd zal de staatssecretaris het glas heffen met haar vriendin Winnie Sorgdrager, onder meer voorzitter van de Raad voor Cultuur. (Zie: Achterkamertjespolitiek.) Wat mij betreft is het de hoogste tijd voor een Nederlandse Michael Moore om het falende Nederlandse cultuurbeleid in een documentaire aan de kaak te stellen.


Brief Tweede Kamer over Schoenberg Kwartet

Maarten Brandt 28-6-2004 09:28

Zeer geachte heer/mevrouw…,

Graag vraag ik uw aandacht voor het feit dat de Raad voor Cultuur onlangs in haar aanbevelingen aan de Staatssecretaris van Cultuur, mevrouw Van der Laan, heeft geadviseerd maar liefst 70 procent op de subsidie aan het Schoenberg Kwartet te korten. Het Schoenberg Kwartet wordt mondiaal tot de absolute top gerekend waar het de uitvoeringspraktijk van de muziek uit de twintigste eeuw in het algemeen en die van de Tweede Weense School in het bijzonder betreft, dus de klinkende nalatnschap van de componisten Arnold Schoenberg, Anton Webern, Alban Berg en Alexander Zemlinski. Bovendien speelt het Schoenberg Kwartet maar liefst 20 procent Nederlandse muziek per jaar, dus meer dan welk ensemble in ons land ook.
Mocht de Staatssecretaris dit advies overnemen, wordt het Schoenberg Kwartet op slag tot de bedelstaf gedegradeerd en zal het binnen afzienbare tijd tegen wil en dank zijn activiteiten moeten staken. Hiermee zou een dramatisch einde komen aan het bestaan van een gezelschap dat onnoemlijk veel heeft bijgedragen aan de verrijking van de muziekcultuur in binnen- en buitenland. Daarbij dient men terdege te beseffen dat er niet of nauwelijks vergelijkbare kamermuziekensembles in ons land bestaan die in de dan ontstane lacune zullen kunnen voorzien, zodat er geen sprake meer kan zijn van de continuiteit van de cultuuroverdracht waar het dit zo wezenlijke onderdeel van de Westerse Kunstmuziek betreft. Ten overvloede kan ik u melden dat het Schoenberg kwartet bij onverschillig welke internationaal toonaangevende componisten – om het even of deze naar de namen van Pierre Boulez, Hans Werner Henze, Jan van Vlijmen, Sofia Goebaidoelina, Otto Ketting, Henri Dutilleux of Louis Andriessen luisteren – zeer hoog in aanzien staat, om van de erven Schoenberg nog maar te zwijgen.
In ons land wordt veel gesproken over kenniseconomie, normen en waarden. Dit alles krijgt pas relief en betekenis in het licht van Kunst en Cultuur. En in het bijzonder Kunst is per definitie nimmer het resultaat van de triomf van het compromis, integendeel. Dit gaat voor Beethoven evengoed op als bijvoorbeeld voor Schoenberg en Boulez. Ik en velen met mij hopen dan ook vurig dat u de Staatssecretaris, mocht zij het gewraakte advies van de Raad voor Cultuur willen overnemen, tot andere gedachten weet te bewegen zodat het Schoenberg Kwartet tot immens voordeel van toekomstige generaties zijn voortreffelijke missiewerk ongehinderd door nijpende financiele tekorten kan blijven voortzetten.

Met vriendelijke groet,

hoogachtend,

Maarten Brandt

(Bron: website A4-NCRV)