“Goedenmorgen mevrouw, kan ik u helpen?”
“Ja, er is een doosje met dertien cd’s uitgekomen van het Concertgebouworkest met Chailly, heeft u die?”
“Nee, niet op voorraad. Ik kan hem wel voor u bestellen.”
“Wanneer heeft u hem dan?”
Een telefoontje naar de distributeur is snel gepleegd en leert dat de cd-set de eerstkomende donderdag aan mevrouw geleverd kan worden.
“Dat weet u zeker?”
“De set staat op voorraad bij de distributeur en als u de bestelling plaatst is hij er aanstaande donderdag.”
“Doet u dat dan maar.”
“Dan zie ik u donderdag.”
“Wilt u mijn naam niet opschrijven?”
“Nee, ik merk dat u de set graag wilt hebben, dus dat komt wel goed. Ik zie u donderdag.”
“Oké, tot dan!”
We schrijven inmiddels een paar weken later. De cd-set The Live Radio Recordings van het Royal Concertgebouw Orchestra onder leiding van Riccardo Chailly lag die donderdag inderdaad klaar voor mevrouw in de winkel. En daar ligt hij nog steeds, want ik heb haar nooit meer gezien. Zit ik dus mooi opgescheept met de muzikale nalatenschap van Riccardo Chailly. Of, mischien…, ik durf het bijna niet te vragen, iets voor u? Voor honderd euro inclusief alles krijgt u de dertien cd’s thuis afgeleverd.
Verkocht! De 17e september 2004 is de cd-doos in kwestie via de winkelvloer verkocht. Niet aan mevrouw, maar daar maal ik niet om.