Over wanbetalers…

Ik wil even iets kwijt over meneer Roodborst. Hij woont onder een andere vogelnaam in een streek van het land die bekend staat als de bijbelbelt. Dat hij daar woont is voor mij geen punt. Een aantal prettige, goede klanten van Prelude komt ook ergens van de strook land die voert van de kop van Overijssel tot in Zeeland. In het algemeen gesproken, is het goed zaken doen met de bewoners uit die hoek.

Zo niet met meneer Mus, pardon Spreeuw. In mei van dit jaar vraagt hij telefonisch om toezending van een cd met wat werk van Beethoven. Die blijkt uit voorraad leverbaar te zijn. Als ik vraag om mij de verzenddetails per e-mail toe te zenden laat meneer mij weten niet over een computer te beschikken. Komt u misschien wat vreemd voor, maar ik kom dat verschijnsel wel vaker tegen en dan vooral bij wat oudere mensen. In vroeger tijden, en naar het schijnt is in bepaalde kringen van ons land daar nog steeds sprake van, is ook de televisie een ongewenst verschijnsel. Daar kon je destijds schamper over doen maar gelet op dat wat de omroepbedrijven vandaag de dag aan onbenulligheden ons weten voor te schotelen… Maar goed, dit verhaal gaat niet over dat wat de televisie brengt, dus genoeg daarover.
Meneer Spreeuw, pardon Kraai, krijgt zijn Beethoven toegestuurd met daarbij gevoegd een rekening. Daarin wordt gevraagd het verschuldigde bedrag per omgaande via een bankopdracht te voldoen. Meneer Kraai, uh Lijster, die zegt niet over een computer te beschikken zal de betaling middels een papieren bankoverschrijving moeten verrichten. Dan laat een bijschrijving op Preludes bankrekening iets langer op zich wachten maar daar kan ik mee leven.
Een week later krijg ik meneer Lijster, sorry Mus, weer aan de lijn. Ja, de Beethoven is binnen en of Prelude ook de nieuwe uitgave van Hyperion met werk van de renaissancecomponist Pierre Moulu zou kunnen leveren. En of! Ook die cd gaat op dag van het telefoontje op weg naar de brievenbus van meneer Mus, uh Duif.

U mag weten dat ik met Prelude een periode doormaak waarin ik elk spreekwoordelijke dubbeltje moet omdraaien. Dat is eigenlijk altijd al het geval geweest maar de financiële situatie van nu is door de diverse crises wat penibel aan het worden. Daarom kijk ik wat vaker dan gewoonlijk naar de digitale afschriften van mijn bankrekening. Het valt mij op dat daar geen bijschrijvingen op verschijnen van meneer Duif, sorry Snip. Ik besluit er een betalingsherinnering aan te wagen. Daarop volgt geen reactie. Inmiddels heb ik mij erbij neergelegd dat ik naar de centen van meneer Snip, nou ja, Goudvink dus kan fluiten.

Gelukkig heb ik als verzender van klassieke cd’s weinig van doen met wanbetalers. Ze zijn eigenlijk op de vingers van een hand te tellen. Ik kan het niet laten u nog twee voorbeelden uit de Preludepraktijk voor te schotelen.

Voorbeeld 1

In januari 2009 vraagt mevrouw, laat ik haar X noemen, uit de hofstad om toezending van een prachtige op het label Alpha uitgebrachte Dido & Aeneas van Henry Purcell. Mevrouw X beschikt wel over een computer. Haar e-mailadres x@tweedekamer.nl verwijst naar het centrum van de Nederlandse politieke macht en boezemt veel vertrouwen in. Temeer daar Mevrouw X werkt voor een fractie die vooral veel aanhangers kent op de bijbelbelt.
Bij het opmaken van de zakelijke jaarstukken kom ik in januari 2010 de rekening van mevrouw X als niet voldaan tegen. Ze zal in Den Haag gelet op haar functie bijzonder veel post ontvangen. Ik kan mij dan ook voorstellen dat zij de rekening van de weliswaar prachtig mooie maar toch eenvoudige cd uit Baarn ergens verdwaald is tussen haar stukken. Middels een e-mail bericht laat ik haar dit weten: ‘Op 15 januari 2009 leverde ik u de cd Dido and Aeneas. Het bedrag van de rekening zie ik niet bijgeschreven op de bankrekening van Prelude. Heb ik iets over het hoofd gezien? Graag een reactie.’
Mevrouw X houdt zich stil, geen reactie uit de krochten van de Tweede Kamer. Vorige maand gooide ik er nog maar eens een rappelletje tegenaan en sprak bovendien een boodschap in op het antwoordapparaat van mevrouw X. Eigenlijk tegen beter weten in, want ook deze keer geen actie in Den Haag.

Voorbeeld 2

Een paar jaar geleden leverde ik per post een cd met door het Bach Collegium Japan gezongen psalmen naar een inwoonster van een plaats niet al te ver van Baarn. De cd in kwestie is vooral geliefd in kringen die zich kenmerken door een hoog kerkelijk karakter. Ik deed de in het Japans gezongen psalmen ooit cadeau aan mijn oude moeder. Zij zingt nog regelmatig de psalmen in haar eigen taal mee met haar Japanse geloofsgenoten, maar dit terzijde. Ondanks diverse aansporingen mijnerzijds is ook deze verstuurde cd nooit betaald. Zoals eerder opgemerkt heb ik gelukkig weinig van doen met wanbetalers. Ik weet dat men in zekere kringen niet gelooft in toeval. Vindt u het vreemd dat ik mij verbaas over het feit dat de niet betalende onverlaten waar ik mee van doen heb vrijwel alle komen uit een bepaalde hoek?

Staat u mij toe, dat ik voor de in gebreken blijvenden in kwestie een van de spreuken van Salomo parafraseer: ‘Wie zijn cd-handelaar berooft, en denkt: Het is geen overtreding; die is des verdervenden mans gezel.’