Vivaldi bezien vanuit een ivoren toren

Mijn verstandhouding met muziekrecensenten is in het algemeen gesproken niet al te denderend. Wat mij betreft lopen ze te graag en te veel aan de leiband van de grote cd-producenten. Daarop aangesproken reageert het muziekjournaille altijd zeer verontwaardigd. ‘Wat denkt u wel!’ En, ‘Ik ben onkreukbaar!’ Een openbare uiting van mijn kijk op hen in een Vrij Nederland van een paar jaar geleden leverde zelfs een nogal boze brief op van de nestor der Nederlandse recensenten, de NRC-er Kasper Jansen. Hij schreef overwogen te hebben zijn hoofdredactie aan te sporen naar de rechter te stappen. Daar is het helaas nooit van gekomen. Ondertussen heeft het uiten van kritiek op de dames en heren muziekjournalisten weinig zin. Zij zitten hoog en droog in de spreekwoordelijke ivoren toren, beschikken over de publieke pen en gaan gewoon hun gang. Daar is geen kruid tegen gewassen.

Cd-producent Decca lanceerde onlangs een Vivaldi-album van Nederlands nieuwe nationale trots de violiste Janine Jansen. Over de uitvoering kan ik kort zijn. Naar mijn mening is haar visie op de Vier Jaargetijden er een die niets toevoegt aan de bestaande cd-catalogi. Ik had dat graag anders gezien, want aangespoord door de publiciteitsmachine van Universal Classics gaat de nieuwe van het ‘meisje’ Jansen bij mijn collegae als zoete broodjes over de toonbank. Alhoewel in kleine bezitting uitgevoerd, klinkt Janine Jansens Vivaldi mij allemaal wat te dik aangezet en vooral weinig gearticuleerd. Kasper Jansen daarentegen typeert de opname als ‘helder, intiem, levendig, contrastrijk en effectvol […] aangenaam, plezierig, elegant en speels’. Op deze promotionele bijwoorden zou ik niet reageren als de recensent niet en passant de historische uitvoeringspraktijk in de foute hoek zette. De macht van de publieke pen bestaat er onder andere uit dat zij maar een paar woorden nodig heeft om vooroordelen te bevestigen.

recensie_jansen_vivaldi

 

Daarom stuurde ik onderstaand ingezonden schrijven naar de redactie van NRC Handelsblad. Natuurlijk is die bijdrage niet geplaatst. U kent de standaard antwoorden wel: ‘Helaas moeten wij u mededelen dat wij uw ingezonden brief niet zullen plaatsen. NRC Handelsblad ontvangt dagelijks zoveel brieven dat we ze onmogelijk allemaal kunnen opnemen. Selectie is dus noodzakelijk. Blablabla…’ Kritiek op eigen medewerkers houdt men liever buiten de krant.


De geweerde ingezonden brief

‘Wie, zoals Janine Jansen, furore wil maken met de zoveelste uitvoering van de Vier Jaargetijden van Vivaldi, moet opvallen’, schrijft uw recensent Kasper Jansen in de NRC van 5 oktober jl. Hij roemt de foto’s van de violiste die zijn opgenomen in het begeleidende cd-boekje en typeert de uitvoering als helder, intiem, contrastrijk, effectvol, aangenaam, plezierig, elegant en speels. Dat ík daar weinig of niets van terug hoor in Janine Jansens Vivaldi moffel ik maar weg onder de dooddoener ‘smaken verschillen’.

Ik val over iets anders. Kasper Jansen rept in zijn recensie over verbeten scherpte en hoge tempi die sommige streng authentieke opnamen kenmerken. Zo zet hij wel heel gemakkelijk de historische uitvoeringspraktijk in de foute hoek. Feiten en rugnummers graag meneer Jansen! Wel eens naar de versies van de violisten Fabio Biondi, Giuliano Carmignola of het ensemble Concerto Italiano geluisterd?

De 38.58 minuten Vivaldi van de familie Jansen voegen mijns inziens niets van waarde toe aan de bestaande cd-catalogi. De cd is hooguit voor verzamelaars van babe foto’s een interessant object. Maar misschien komen die nóg beter aan hun trekken met de onlangs gelanceerde Pamela Anderson kalender.